De rechtbank Noord-Nederland heeft op 3 januari 2019 uitspraak gedaan in een zaak over bedreiging.
De rechtbank Noord-Nederland heeft op 3 januari 2019 uitspraak gedaan in een zaak over bedreiging.
De verdachte in deze zaak werd verdacht van bedreiging. Hij werd er immers van verdacht een politieambtenaar te hebben bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht dan wel zware mishandeling, door bij het openen van de voordeur een gasdrukpistool ter hand te hebben genomen, te hebben getoond en duidelijk in de richting van het slachtoffer te hebben gehouden en dat wapen pas na de derde waarschuwing door het slachtoffer te hebben laten vallen.
De verdachte heeft zijn voordeur geopend, terwijl hij een gasdrukpistool vasthield. Uit bewijsmiddelen is gebleken dat de verdachte dit pistool op het lichaam van het slachtoffer hield en de verdachte heeft het wapen pas bij een derde vordering daartoe op de grond gelegd. Hierdoor heeft de verdachte welbewust het pistool enige tijd op het slachtoffer gericht gehouden.
De rechtbank oordeelt dat voor een veroordeling van bedreiging met zware mishandeling of bedreiging tegen het leven gericht, onder meer is vereist dat de bedreiging van dien aard is dat bij het slachtoffer de redelijke vrees kon ontstaan dat hij zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen dan wel het leven zou kunnen verliezen.
De verdachte heeft voorafgaand aan het incident een 112-melding gedaan, waarbij hij een verwarde indruk maakte. De verbalisanten zijn ter plaatse gegaan en na aanbellen werd niet opengedaan. Vervolgens is er telefonisch contact met de verdachte gezocht, die zei dat hij naar beneden zou komen. Toen hij de voordeur opendeed hield hij een wapen gericht op het slachtoffer. Het wapenrapport vermeldt dat het wapen niet voor afdreiging geschikt is, maar uit foto’s is gebleken dat het wapen grote gelijkenis vertoont met een echt wapen en het was voor de verbalisanten op dat moment dan ook niet van het echt te onderscheiden. Daarnaast heeft de verdachte pas bij de derde vordering het wapen op de grond gelegd, waardoor bij het slachtoffer de redelijke vrees heeft kunnen ontstaan dat de verdachte hem bedreigde met een misdrijf tegen het leven gericht, dan wel zware mishandeling.
De verdachte is bekend met psychiatrische problematiek. Op basis van deskundigenrapporten is gebleken dat het handelen van de verdachte tijdens het incident volledig werd beïnvloed door zijn op dat moment psychotische toestandsbeeld. De rechtbank acht de verdachte dan ook niet strafbaar en ontslaat hem van alle rechtsvervolging. De rechtbank gelast dat de verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis zal worden geplaatst voor de duur van één jaar.
Zelf verdacht van bedreiging? Een ervaren strafrechtadvocaat kan u bijstaan! De strafrecht advocaat zal uw processtukken opvragen om een goed en sterk verweer te kunnen voeren. Hierdoor wordt voor u een zo laag mogelijke straf, of indien mogelijk zelfs vrijspraak, bereikt. Wanneer u het contactformulier invult neemt een ervaren strafrechtadvocaat voor bedreiging direct gratis en vrijblijvend contact met u op! Wij werken landelijk, voor een vaste prijs en op basis van pro deo!
Meld u aan voor de nieuwsbrief