De rechtbank Den Haag heeft op 8 augustus 2019 uitspraak gedaan in een zaak over bedreiging met zware mishandeling.
De rechtbank Den Haag heeft op 8 augustus 2019 uitspraak gedaan in een zaak over bedreiging met zware mishandeling.
De verdachte in deze zaak stond onder andere terecht voor bedreiging. Hij werd er immers van verdacht het slachtoffer, werkzaam als buitengewoon opsporingsambtenaar, te hebben bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht dan wel zware mishandeling, door dreigend de woorden te uiten “als je me aanraakt, geef ik je een kopstoot” en “als je niet weggaat, maak ik je dood”.
De strafrecht advocaat heeft vrijspraak bepleit. Hiertoe heeft de advocaat gesteld dat er onvoldoende bewijs is om tot een bewezenverklaring te komen van de woorden “als je niet weggaat, maak ik je dood”. Met betrekking tot de andere uitlating heeft de raadsvrouw gesteld dat dit niet in redelijkheid de vrees bij het slachtoffer kon doen ontstaan dat hij zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen. Het geven van een kopstoot is immers op zichzelf genomen onvoldoende om het opzet op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan te nemen.
De rechtbank is wat betreft de uitlating “als je niet weggaat, maak ik je dood” van mening, in overeenstemming met het standpunt van de strafrechtadvocaat, dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om tot een bewezenverklaring te komen.
Ten aanzien van de andere uitlating ziet de rechtbank zich voor de vraag gesteld of dit een bedreiging met zware mishandeling oplevert. Als uitgangspunt geldt dat voor een veroordeling voor bedreiging met zware mishandeling vereist is dat de bedreiging bij het slachtoffer in redelijkheid de vrees kon doen ontstaan dat hij zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen en dat het opzet van de verdachte daarop was gericht.
De rechtbank oordeelt dat het uitoefenen van geweld op het hoofd ernstige gevolgen kan hebben. Daarentegen kan niet van iedere vorm van geweld tegen het hoofd worden gezegd dat er sprake is van een gedraging die kan worden aangemerkt als zo zeer te zijn gericht op het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel, dat de rechter kan aannemen dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op het intreden van zwaar lichamelijk letsel heeft aanvaard. Zo is het geven van een kopstoot niet zonder meer voldoende om een poging tot zware mishandeling aan te nemen. Uit het dossier zijn geen omstandigheden naar voren gekomen waaruit blijkt dat het geven van een kopstoot in dit geval zwaar lichamelijk letsel zou opleveren. Hierdoor is de rechtbank van oordeel dat bij het slachtoffer niet in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat hij zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen door het krijgen van een kopstoot. Hierdoor levert de uitlating volgens de rechtbank, in overeenstemming met het standpunt van de strafrechtadvocaat, geen bedreiging met zware mishandeling op. Al met al is de verdachte vrijgesproken van bedreiging met zware mishandeling.
In deze zaak is, (mede) dankzij het pleidooi van de strafrecht advocaat, vrijspraak bereikt voor bedreiging. Zelf verdacht van bedreiging? Een ervaren strafrechtadvocaat kan u bijstaan! De raadsman zal uw processtukken opvragen om een goed en sterk verweer te voeren. Hierdoor wordt voor u een zo laag mogelijke straf, of indien mogelijk zelfs vrijspraak net als in deze zaak, bereikt. Wanneer u het contactformulier invult neemt een ervaren strafrechtadvocaat voor bedreiging direct gratis en vrijblijvend contact met u op! Wij werken landelijk, voor een vaste prijs en op basis van pro deo.
Meld u aan voor de nieuwsbrief