De rechtbank Amsterdam heeft op 6 februari 2019 uitspraak gedaan in een zaak over belastingfraude.
De rechtbank Amsterdam heeft op 6 februari 2019 uitspraak gedaan in een zaak over belastingfraude.
De verdachte in deze zaak werd verdacht van fraude. Zo stond hij terecht voor het opzettelijk doen van onjuiste aangiften omzetbelasting en inkomstenbelasting over de jaren 2013-2016, het in valse of vervalste vorm aan de Belastingdienst ter beschikking stellen van zijn administratie en het vervalsen dan wel valselijk opmaken van rekeningafschriften en facturen.
De verdachte heeft ter zitting ontkend dat hij aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2013-2015 opzettelijk onjuist heeft gedaan.
De verdachte heeft ter zitting ontkend aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2013-2015 opzettelijk onjuist ingediend te hebben. De officier van justitie volgt dit standpunt niet. De officier vindt de ontkenning van de verdachte ongeloofwaardig, omdat de verdachte eerder bij de FIOD heeft verklaard dat zijn aangifte inkomstenbelasting gebaseerd was op gemanipuleerde Excel-administratie. De verdachte heeft echter op zitting verklaard dat er meerdere Excel-bestanden waren met administratie en dat de aangiften inkomstenbelasting 2013-2015 niet gebaseerd waren op de onjuiste administratie die hij voor de omzetbelasting bijhield.
De rechtbank acht de verklaring van de verdachte bij de FIOD te algemeen, om gelet op de ontkenning van de verdachte ter zitting vast te stellen dat de verdachte opzettelijk onjuist aangifte inkomstenbelasting heeft gedaan over de jaren 2013-2015. De rechtbank oordeelt namelijk dat uit de verklaring van de verdachte niet ondubbelzinnig volgt dat hij heeft bedoeld te zeggen dat alle aangiften inkomstenbelasting 2013-2016 zijn gebaseerd op gemanipuleerde administratie. Uit verklaringen die de verdachte heeft afgelegd bij de FIOD is gebleken dat de verdachte pas vanaf november 2016 is begonnen met het aanpassen van de administratie aan de aangiften omzetbelasting. De aangiften inkomstenbelasting 2013-2015 waren toen al ingediend. Daarnaast bevatten de bewijsmiddelen onvoldoende informatie op basis waarvan gesteld kan worden dat de aangiften inkomsten 2013-2015 onjuist zijn.
Tot slot acht de rechtbank wel bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk doen van een onjuiste aangifte inkomstenbelasting 2016, mede gelet op de bekennende verklaring van de verdachte.
Uit het fraude onderzoek en ter zitting is gebleken dat de verdachte heeft gefraudeerd met de belastingaangiften van zijn webshop. Hij heeft van 2013-2016 onjuiste aangiften omzetbelasting ingediend. De Belastingdienst had een fraude onderzoek aangekondigd en daarna heeft de verdachte zijn administratie, rekeningafschriften en inkoopfacturen van zijn webshop vervalst en aan de Belastingdienst gegeven. Daarnaast heeft hij zijn aangifte inkomstenbelasting 2016 onjuist ingediend. Door het handelen van de verdachte heeft hij geld ontvangen van de Belastingdienst, in plaats van dat hij belasting heeft betaald. De Belastingdienst is door het handelen van de verdachte voor bijna 140.000 euro benadeeld.
De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur. Wanneer de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, zal vervangende hechtenis worden toepast voor 120 dagen. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met een proeftijd van 2 jaar.
Wordt u zelf verdachte van fraude? Een ervaren fraude advocaat kan u bijstaan! De strafrechtadvocaat zal uw processtukken opvragen om een goed en sterk verweer te kunnen voeren. Hierdoor wordt voor u een zo laag mogelijke straf, of indien mogelijk zelfs vrijspraak, bereikt. Wanneer u het contactformulier invult neemt een ervaren fraude advocaat direct gratis en vrijblijvend contact met u op! Wij werken landelijk, voor een vaste prijs en op basis van pro deo.
Meld u aan voor de nieuwsbrief