Bezit van 1,31 liter GHB

Strafrechtadvocaat >> 1,31 liter GHB op zak

Politierechter volgt pleidooi van de strafrechtadvocaat en straft mild

Op 18 februari 2025 stond een cliënt van ons kantoor terecht bij de rechtbank Oost-Brabant, locatie ’s-Hertogenbosch. De inhoudelijke behandeling vond plaats bij de politierechter. De politierechter is een alleenzittende rechter die aan het eind van de inhoudelijke behandeling ook direct uitspraak doet. De rechter kan een gevangenisstraf opleggen met een maximum van een jaar.

Redelijke termijn in een strafzaak

De cliënt van ons kantoor werd verdacht zich schuldig te hebben gemaakt aan een feit strafbaar gesteld in de Opiumwet, meer specifiek het bezit van ruim 1,31 liter GHB en 1 gram amfetamine. Onze cliënt is een alleenstaande moeder die in 2016 al een keertje eerder veroordeeld was door de rechter voor opiumdelict. De feiten waar zij deze keer van werd verdacht dateerden uit de zomer van 2022. De redelijke termijn waarbinnen een strafzaak behandeld dient te worden is twee jaren. In deze zaak is de redelijke termijn dan ook geschonden en de rechter dient hier rekening mee te houden bij het opleggen van een eventuele straf.

Persoonlijke omstandigheden

Nadat de feiten ter zitting zijn besproken, behandelt de rechter ook altijd de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte in kwestie betreft een alleenstaande moeder van twee dochters. Deze dochters hebben 24 uur per dag de hulp en zorg van hun moeder nodig. Onze cliënte volgde een traject via de gemeente om weer aan de slag te kunnen gaan, een zogenoemd re-integratie-traject.

Eis van de officier van justitie

De officier van justitie achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen. Zij kwam tot een strafeis van 120 uren werkstraf waarvan 60 uren voorwaardelijke met een proeftijd van twee jaren. De strafrechtadvocaat heeft namens de verdediging een geheel voorwaardelijke straf verzocht aan de rechter.

Uitspraak van de rechtbank

De rechtbank heeft in deze zaak de feiten wettig en overtuigend bewezen geacht. Bij de op te leggen straf dient de rechter rekening te houden met het strafblad van de verdachte alsook met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De politierechter heeft bij de op te leggen straf rekening gehouden met het pleidooi van de strafrechtadvocaat en een veel mildere straf opgelegd dan door de officier van justitie ter zitting werd geëist. De politierechter heeft de verdachte veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 40 uren én een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één maand met een proeftijd van twee jaren. Zowel de verdachte als de officier van justitie hebben ter zitting afstand gedaan van het recht om in hoger beroep te gaan, dat betekent dat beide partijen het eens zijn met de uitspraak van de rechter.