Vader en zoon worden verdacht van verduistering en/of heling.
Vader en zoon worden verdacht van verduistering en/of heling.
De eerste zitting van 2022 is voor mij een zitting bij de Politierechter in Utrecht. Vader en zoon staan terecht voor verduistering van een telefoon. De situatie is als volgt. In Almere heeft een overval van een telefoonwinkel plaatsgevonden en één van deze telefoons is aangetroffen bij de zoon. De zoon vertelt dat hij de telefoon van zijn vader heeft gekregen, laatsgenoemde heeft de telefoon gevonden tijdens zijn werkzaamheden in de groenvoorziening binnen de gemeente Utrecht. Vader wordt verdacht van verduistering en zoon wordt verdacht van heling.
Nadat de zoon een verklaring bij de politie heeft afgelegd wordt ook vader uitgenodigd voor een politieverhoor voor het afleggen van een verklaring. Zoals gezegd: vader zou de telefoon tijdens zijn werkzaamheden hebben gevonden en aan zijn zoon hebben gegeven aangezien zijn telefoon kapot was. Nadat vader en zoon een verklaring hebben afgelegd bij de politie heeft de officier van justitie de beslissing genomen om aan beide heren een strafbeschikking uit te reiken. Na ontvangst van de strafbeschikking hebben zowel vader als zoon verzet ingesteld tegen deze strafbeschikking.
Na de ontvangst van het verzet moet de officier van justitie de zaak herbeoordelen. De officier van justitie heeft dan meerdere mogelijkheden: de zaak kan alsnog geseponeerd worden of de zaak kan worden voorgelegd aan de Politierechter. In deze zaak heeft de officier van justitie voor de laatste mogelijkheid gekozen en worden beide zaken voorgelegd aan de Politierechter van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht. Meteen na ontvangst van de dagvaarding hebben vader en zoon contact opgenomen met een strafrechtadvocaat om hen beide bij te staan ter zitting.
Op dinsdag 4 januari 2022 om 10.30 uur werden vader en zoon verwacht bij de rechtbank Utrecht. De strafzaak vangt uiteindelijk na elf uur pas aan, dit betekent dat de zaken voor deze zijn uitgelopen en de zaak pas na elf uur begint. In de tussentijd wachten advocaten en cliënten op de gang totdat zij door de bode naar binnen worden geroepen. Tijdens de behandeling van de strafzaak is een tolk aanwezig omdat vader de Nederlandse taal niet machtig is. De persoonlijke omstandigheden worden besproken, het dossier wordt besproken en als dit voldoende is voorgehouden krijgt de officier van justitie het woord.
De officier van justitie heeft tweemaal een voorwaardelijke geldboete geëist. De strafrechtadvocaat bepleit ter zitting voor vader toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. Voor de zoon vraag de strafrechtadvocaat aan de Politierechter om een geheel voorwaardelijke straf op te leggen. Daarbij wordt door de strafrechtadvocaat nog aangegeven dat dit een zaak was die bij uitstek behandeld had kunnen worden bij een zogenoemde OM-zitting zodat deze gang van zaken wellicht voorkomen had kunnen worden.
Nadat de strafrechtadvocaat klaar is met haar pleidooi mogen de officier van justitie en de strafrechtadvocaat nog op elkaar reageren. Beide verdachten krijgen van de Politierechter het laatste woord en daarna wordt er uitspraak gedaan. De Politierechter acht beide feiten wettig en overtuigd bewezen en legt de volgende straf op: aan vader en zoon worden beiden een voorwaardelijke geldboete ter hoogte van € 300,00 opgelegd met een proeftijd van één jaar.
Na uitvoerig overleg met de strafrechtadvocaat na afloop van de strafzaak is besloten om geen hoger beroep in te stellen tegen deze uitspraak.
Meld u aan voor de nieuwsbrief