Het gerechtshof Amsterdam heeft op 20 november 2018 uitspraak gedaan in een zaak over diefstal van een jas.
Het gerechtshof Amsterdam heeft op 20 november 2018 uitspraak gedaan in een zaak over diefstal van een jas.
De verdachte in deze zaak werd verdacht van diefstal van een jas. Uit de bewijsmiddelen blijkt het navolgende. Verbalisanten kregen een melding om naar een fietsverhuurbedrijf te gaan, omdat de verdachte daar met gereedschap een alarmbutton van zijn jas probeerde af te halen. De verbalisant zag dat de jas een zwarte alarmbutton had. Deze jassen worden slechts in enkele winkels verkocht en in Amsterdam alleen in één bepaalde winkel. De loopafstand tussen het fietsverhuurbedrijf en de winkel bedraagt minder dan 250 meter. De medewerker van de winkel herkent een foto van de jas als een jas die in de winkel wordt verkocht. De medewerker verklaart dat er 2 dagen voor het incident nog 3 van deze jassen in de winkel hingen en nu nog maar 1, terwijl uit het kassasysteem blijkt dat er intussen maar 1 jas is verkocht. Ofwel, 1 jas mist op onverklaarbare wijze. De medewerker verklaart verder dat de alarmpoortjes van de winkel defect zijn. De verbalisant en de winkelmedewerker constateren dat de jassen uit de winkel hetzelfde zijn gelabeld als de bij de verdachte aangetroffen jas, namelijk door middel van een zwart label aan de onderkant van de jas.
De strafrechtadvocaat heeft aangevoerd dat er gerede twijfel bestaat over de betrokkenheid van de verdachte bij het verdwijnen van de jas uit de winkel. De verdachte heeft een alternatief scenario, namelijk dat hij de jas zou hebben gekregen van zijn vriendin, die de jas in Boedapest heeft gekocht. Er waren twee alarmlabels op de jas aangebracht, maar de winkelmedewerker is kennelijk vergeten om het tweede label eraf te halen.
Het hof oordeelt dat gelet op deze feiten en omstandigheden het niet anders kan zijn dan dat de verdachte de jas met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen. Dit oordeel is onder andere gebaseerd op het feit dat de verdachte op loopafstand van de winkel is aangetroffen met de verdwenen jas en dat de aangifte de mogelijkheid openlaat dat de jas kort tevoren is weggenomen.
Het hof acht het alternatieve scenario ongeloofwaardig, omdat de verdachte tijdens het politieverhoor heeft verklaard dat hij de jas zelf in verschillende maten heeft gepast. Dit is niet in lijn met zijn verklaring dat zijn vriendin de jas in Boedapest heeft gekocht en aan hem heeft gegeven in Nederland.
Al met al acht het gerechtshof Amsterdam de diefstal dan ook wettig en overtuigend bewezen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van een jas met een flinke waarde. Door te handelen zoals de verdachte heeft gedaan heeft hij inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de winkel. Diefstal is een ergerlijk feit dat schade en hinder veroorzaakt voor de gedupeerde winkel. Daarnaast is gebleken dat de verdachte eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten, wat in zijn nadeel werkt. Het hof oordeelt dat gelet op de recidive niet kan worden volstaan met een andere straf dan een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 dagen, waarvan 7 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.
Deze zaak is een goed voorbeeld van het feit dat er zware straffen staan op diefstal. Bent u zelf verdachte van diefstal? Een ervaren strafrechtadvocaat kan u bijstaan! Indien u het contactformulier invult neemt een ervaren strafrecht advocaat voor diefstal direct gratis en vrijblijvend contact met u op! De advocaat zal voor u een zo laag mogelijke straf, of indien mogelijk zelfs vrijspraak, bereiken. Wij werken landelijk, voor een vaste prijs en op basis van pro deo.
Meld u aan voor de nieuwsbrief