De procedure bij de rechtbank in een notendop uitgelegd door de strafrechtadvocaat.
De procedure bij de rechtbank in een notendop uitgelegd door de strafrechtadvocaat.
In het geval een procedure aangaande een omzetting taakstraf is er in en eerder stadium door de rechter een taakstraf opgelegd. Dit moet altijd een door de rechter opgelegde taakstraf zijn. Als bij een OM-hoorgesprek een taakstraf is opgelegd die niet wordt uitgevoerd, dan wordt de zaak opnieuw aangebracht bij de Politierechter en volgt er geen omzetting taakstraf maar juist een ‘nieuwe’ strafzaak bij de rechter. De rechter kan wel een werkstraf opleggen waar een vervangende hechtenis aan wordt gekoppeld: “Een werkstraf voor de duur van 40 uren, bij niet verrichting te vervangen door 20 dagen hechtenis.”
Als de uitspraak van de rechter onherroepelijk is geworden dan dient de werkstraf te worden uitgevoerd. Als deze immers niet of niet correct wordt uitgevoerd, dan staat hier een vervangende hechtenis tegenover. De Reclassering neemt contact met de veroordeelde op om afspraken te maken omtrent de uit te voeren werkstraf. Als de Reclassering niet in contact kan komen met de veroordeelde of de werkstraf wordt niet naar behoren uitgevoerd, dan kan de Reclassering de werkstraf terugsturen naar de officier van justitie.
Als de officier van justitie van mening is dat de werkstraf terecht retour gestuurd is, dan kan deze beslissen om de werkstraf om te laten zetten in vervangende hechtenis. De officier van justitie moet deze beslissing kenbaar maken aan de veroordeelde en doet dit doorgaans doormiddel van een brief ‘kennisgeving omzetting’. De veroordeelde moet van deze beslissing op de hoogte worden gebracht en kan dan binnen twee weken bezwaar maken tegen deze beslissing.
Doorgaans wordt een bezwaarschrift ingediend door een strafrechtadvocaat. Als de veroordeelde zelf bezwaar heeft gemaakt dan wordt door de rechtbank in samenwerking met de Raad voor Rechtsbijstand een strafrechtadvocaat gezocht die de veroordeelde in deze procedure kan bijstaan aangezien voor deze procedures een strafrechtadvocaat benodigd is.
Het bezwaar richt zich tegen de kennisgeving door het Openbaar Ministerie. Het strekt ertoe dat de rechtbank de beslissing van het Openbaar Ministerie tot toepassing van de vervangende hechtenis wijzigt en de veroordeelde in de gelegenheid stelt (het restant van) de taakstraf alsnog te verrichten.
Nadat het bezwaar bij de rechtbank is ingediend zal er een zitting bepaald worden waarop het klaagschrift door de veroordeelde en zijn/haar strafrechtadvocaat kan worden toegelicht. De officier van justitie zal op zitting ook een standpunt innemen ten aanzien van het bezwaarschrift: gegrond of ongegrond.
De rechtbank dient als eerste te beoordelen of het bezwaarschrift tijdig is ingediend. Indien dit niet het geval is kan de rechtbank het bezwaar niet-ontvankelijk verklaren en dient de vervangende hechtenis alsnog te worden ondergaan. Als de rechtbank het bezwaar ontvankelijk verklaard heeft dan zal de rechtbank overgaan tot de inhoudelijke behandeling van het bezwaarschrift en aan de hand van feiten en omstandigheden beoordelen of de veroordeelde nog een tweede kans krijgt voor het uitvoeren/afmaken van de taakstraf. De rechtbank kan het bezwaar gegrond of ongegrond verklaren. Tegen deze beslissing van de rechtbank is geen hoger beroep mogelijk. Bij een gegrondverklaring mag de veroordeelde zijn/haar taakstraf afmaken. Bij een ongegrondverklaring zal de vervangende hechtenis uitgezeten moeten worden.
Bent u in een soortgelijke situatie terecht gekomen? Neem dan direct contact op met een van onze gespecialiseerde strafrechtadvocaten. Wij kunnen u helpen en dienen meestal nog op dezelfde dag van het eerste contact een bezwaar in tegen de omzetting van de taakstraf.
Meld u aan voor de nieuwsbrief