De rechtbank Amsterdam heeft op 7 maart 2019 uitspraak gedaan in een zaak over heling van de buit van een gewapende overval op een waardetransport.
De rechtbank Amsterdam heeft op 7 maart 2019 uitspraak gedaan in een zaak over heling van de buit van een gewapende overval op een waardetransport.
De verdachte in deze zaak stond onder andere terecht voor heling.
Op een dag vond er een gewapende overval plaats op een waardetransport. Hierbij zijn waardevolle goederen buitgemaakt, namelijk horloges, armbanden, ringen, oorbellen en pennen. Ongeveer drie weken later zijn er in de woning van de medeverdachte enveloppen, verpakkingsmateriaal van sieraden en horloges, echtheidscertificaten, paklijsten en vijf pennen van Mont Blanc aangetroffen, welke afkomstig zijn van de overval. Ook zijn er vingerafdrukken en handpalmafdrukken van de verdachte aangetroffen, namelijk op een doos, pakpapieren en een vuilniszak.
De rechtbank diende vervolgens de vraag te beantwoorden of de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan heling. De rechtbank oordeelt dat op basis van de bewijsmiddelen niet bewezen kan worden dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan heling, op grond van de navolgende redenen. Uit rechtspraak blijkt dat het enkel bekijken van gestolen voorwerpen gedurende een zeer korte tijdspanne onvoldoende is om aan te nemen dat een verdachte die voorwerpen voorhanden heeft gehad. Voor het voorhanden hebben is immers een zekere feitelijke zeggenschap nodig.
De verdachte heeft verklaard dat hij een keer in de woning van de medeverdachte is geweest, dat het toen een troep was in de woning en dat hij de troep heeft weggeschoven. De rechtbank is echter van oordeel, gelet op de plaatsen waar het DNA van de verdachte is aangetroffen, dat het niet voor de hand ligt dat de verdachte deze goederen enkel heeft weggeschoven. Het ligt namelijk meer voor de hand dat de verdachte de voorwerpen op zijn minst heeft vastgehouden en bekeken. De rechtbank oordeelt echter dat het enkel vasthouden en bekijken van voorwerpen er niet zonder meer toe leidt dat de verdachte hierover een zodanige feitelijke zeggenschap heeft gehad, dat er sprake is van voorhanden hebben in de zin van de wet. Doordat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte de gestolen voorwerpen voorhanden heeft gehad kan niet bewezen worden verklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan heling, dan wel aan witwassen. De verdachte is daarom ook vrijgesproken van heling en witwassen door de rechtbank Amsterdam.
Zelf verdacht van heling? Een ervaren strafrechtadvocaat kan u bijstaan! De strafrecht advocaat zal uw processtukken opvragen om een goed en sterk verweer te voeren. Hierdoor wordt voor u een zo laag mogelijke straf, of indien mogelijk zelfs vrijspraak, bereikt. Wanneer u het contactformulier invult neemt een ervaren strafrechtadvocaat voor heling direct gratis en vrijblijvend contact met u op! Wij werken landelijk, voor een vaste prijs en op basis van pro deo.
Meld u aan voor de nieuwsbrief