De rechtbank Amsterdam heeft op 11 februari 2019 uitspraak gedaan in een vuurwerkzaak.
De rechtbank Amsterdam heeft op 11 februari 2019 uitspraak gedaan in een vuurwerkzaak.
De verdachte in deze zaak stond terecht voor betrokkenheid bij illegaal vuurwerk. Zo werd hij verdacht van het medeplegen van binnen het grondgebied van Nederland brengen, voorhanden hebben en opslaan van een hoeveelheid professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, het medeplegen van het ter beschikking stellen en voorhanden hebben van een hoeveelheid professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, het voorhanden hebben van vuurwerk buiten een speciale inrichting en zonder dat daarvoor melding is gedaan en het vervaardigen en bewerken van vuurwerk buiten een daartoe bestemde inrichting.
De strafrecht advocaat heeft bepleit dat de hoeveelheden vuurwerk die ten laste zijn gelegd niet kunnen worden bewezen. Onduidelijk is op welke plekken het vuurwerk dat gewogen is, is gevonden. Gelet op de aanwezige foto’s kunnen geen aantallen worden vastgesteld. Ook is de strafrechtadvocaat van mening dat vrijspraak moet volgen voor het in Nederland brengen van vuurwerk, omdat niet vastgesteld kan worden dat het gaat om vuurwerk dat de verdachte naar Nederland heeft vervoerd, verboden vuurwerk wordt immers ook op de zwarte markt in Nederland verkocht.
De verdachte heeft bekend in Duitsland, Polen en België vuurwerk te kopen, maar desondanks kan de rechtbank niet vaststellen om welk specifiek vuurwerk het gaat en wanneer de verdachte dat vuurwerk over de grens zou hebben gebracht. Uit het dossier blijkt niet dat het vuurwerk dat genoemd is in de tenlastelegging door de verdachte in het buitenland is gekocht en door hem naar Nederland is vervoerd. Daarnaast oordeelt de rechter dat in Nederland op de zwarte markt ook illegaal vuurwerk verkrijgbaar is. De rechtbank spreekt de verdachte derhalve, in lijn met het pleidooi van de strafrechtadvocaat, vrij van het in Nederland brengen van professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik. Wel acht de rechtbank, op basis van de aanwezige bewijsmiddelen, bewezen dat de verdachte professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad buiten een speciale inrichting en zonder dat daarvoor melding is gedaan.
Daarnaast heeft de verdachte verklaard dat hij vuurwerk aan een ander in bewaring heeft gegeven. Vanaf dat moment kon deze persoon feitelijk over het vuurwerk beschikken, waardoor bewezen is dat de verdachte het vuurwerk aan hem ter beschikking heeft gesteld.
De rechtbank is verder van mening dat de verdachte het vuurwerk niet tezamen en in vereniging met anderen, namelijk zijn vriendin, voorhanden heeft gehad dan wel heeft opgeslagen. Uit de bewijsmiddelen blijkt onvoldoende dat zij wist van (de hoeveelheid) vuurwerk in en om de woning en dat het (deels) om professioneel vuurwerk ging.
Tot slot is de verdachte vrijgesproken van het deel van de tenlastelegging dat ziet op het bewerken en vervaardigen van vuurwerk. De rechtbank kan op basis van de bewijsmiddelen immers niet vaststellen wanneer de verdachte het vuurwerk heeft bewerkt dan wel vervaardigd.
Al met al is de verdachte veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 240 uur en tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden met een proeftijd van twee jaar.
Zelf verdacht van betrokkenheid bij illegaal vuurwerk? Een ervaren strafrechtadvocaat kan u bijstaan! De strafrecht advocaat zal uw processtukken opvragen om een goed en sterk verweer te voeren. Hierdoor wordt voor u een zo laag mogelijke straf, of indien mogelijk zelfs vrijspraak, bereikt. Wanneer u het contactformulier invult neemt een ervaren strafrechtadvocaat voor illegaal vuurwerk direct gratis en vrijblijvend contact met u op! Wij werken landelijk, voor een vaste prijs en op basis van pro deo.
Meld u aan voor de nieuwsbrief