De rechtbank Gelderland heeft op 22 mei 2018 uitspraak gedaan in een zaak over mishandeling.
De rechtbank Gelderland heeft op 22 mei 2018 uitspraak gedaan in een zaak over mishandeling.
Aan de verdachte in deze zaak is ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, dan wel het slachtoffer heeft mishandeld, door het slachtoffer te hebben geslagen en/of met een schaar in de hand te hebben gestoken en gesneden.
Er heeft een worsteling plaatsgevonden bij een instelling voor personen met een licht verstandelijke beperking, waar de verdachte verblijft als patiënt en het slachtoffer als medewerker (groepsleider). Bij een worsteling heeft het slachtoffer letsel opgenomen, te weten twee steek- dan wel snijverwondingen aan zijn linkerhand.
Allereest stelt de strafrechtadvocaat dat de verdachte geen opzet heeft gehad op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel en pijn bij het slachtoffer. Daarnaast heeft de strafrechtadvocaat een beroep gedaan op noodweer. De strafrecht advocaat stelt hiertoe dat het slachtoffer in de hoedanigheid van zijn functie als groepsleider een andere keuze had moeten maken. De verdachte probeerde immers weg te komen en is toen door een andere aangever aangehouden, waardoor het slachtoffer niet de initiator van het geweld was. De verdachte heeft zich volgens de strafrechtadvocaat in een reactie daarop moeten verdedigen.
De rechtbank Gelderland is het met de strafrecht advocaat eens dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezenverklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. De rechtbank spreekt de verdachte hier dan ook van vrij.
De rechtbank oordeelt verder dat er geen andere verklaring voor de steek- en snijverwondingen is dan dat deze tijdens de worsteling met de verdachte zijn veroorzaakt, door een schaar. De verdachte heeft hierdoor bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat het slachtoffer gewond zou raken, want hij is in opgefokte toestand met een open schaar in de hand deze worsteling ingegaan. De kans op verwonding mag in zo’n geval, bij een ieder dus ook bij de verdachte, als algemeen bekend worden verondersteld. Doordat de verdachte onder deze omstandigheden toch de worsteling is aangegaan, heeft hij zich schuldig gemaakt aan voorwaardelijk opzet op de mishandeling van de medewerker van de zorginstelling.
De rechtbank Gelderland veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden, waarvan drie voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast stelt de rechtbank een aantal bijzondere voorwaarden. Zo moet de veroordeelde zich melden bij de reclassering en moet hij zich laten opnemen voor de duur van maximaal 12 maanden. Hij zou hierbij moeten meewerken aan bijvoorbeeld een testpsychologisch onderzoek, urinecontroles en bij het innemen van medicatie.
In deze zaak is goed te zien dat een ervaren strafrechtadvocaat voor u een zo laag mogelijke straf, of indien mogelijk zelfs vrijspraak, zal bereiken. De verdachte is in deze zaak, dankzij het pleidooi van de strafrechtadvocaat, immers vrijgesproken van poging zware mishandeling. Wanneer u zelf wordt verdacht van mishandeling kunt zich eveneens laten bijstaan door een ervaren strafrecht advocaat. De advocaat zal uw processtukken opvragen om een goed en sterk verweer te kunnen voeren. Als u het contactformulier invult neemt een ervaren strafrechtadvocaat voor mishandeling direct gratis en vrijblijvend contact met u op! Wij werken landelijk en op basis van pro deo!
Meld u aan voor de nieuwsbrief