De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 26 augustus 2019 uitspraak gedaan in een zaak over openlijke geweldpleging.
De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 26 augustus 2019 uitspraak gedaan in een zaak over openlijke geweldpleging.
De verdachte in deze zaak stond terecht voor mishandeling en openlijke geweldpleging. Zij werd er immers van verdacht op de openbare weg in verenging geweld te hebben gepleegd tegen het slachtoffer, door hem te duwen waardoor hij op de grond is gevallen, hem vast te houden en hem vervolgens te slaan, stompen en schoppen, terwijl hij op de grond lag. Tevens werd zij ervan verdacht het slachtoffer te hebben mishandeld door hem in het gezicht te slaan en te stompen.
De strafrechtadvocaat heeft vrijspraak bepleit voor mishandeling. De raadsman stelt daartoe het volgende. De verklaringen van het slachtoffer, zijn moeder en buurvrouw komen niet met elkaar overeen. Ook is door de politie ter plaatse geen letsel waargenomen. Daarnaast heeft de verdachte verklaard dat zij het slachtoffer heeft vastgepakt, maar niet heeft geslagen. Op basis van de bewijsstukken kan niet worden vastgesteld dat er daadwerkelijk is geslagen.
De rechtbank oordeelt dat niet ter discussie staat dat de verdachte samen met haar vader en een medeverdachte bij het slachtoffer aan de deur is geweest en hem daarbij heeft vastgegrepen bij zijn kleding. De verdachte blijft het slaan ontkennen, hetgeen steun vindt in andere verklaringen. Bovendien zijn verbalisanten ter plaatse geweest, maar niet is gebleken dat zij die dag letsel hebben waargenomen bij het slachtoffer. Gelet hierop kan volgens de rechtbank de mishandeling wel wettig, maar niet overtuigend worden bewezen waardoor de verdachte is vrijgesproken van mishandeling.
Ten aanzien van de openlijke geweldpleging oordeelde de rechtbank als volgt. De verdachte heeft ter zitting bekend dat zij het slachtoffer op een andere dag in het openbaar heeft geslagen, terwijl de medeverdachte daarbij was. De verdachte kan zich niet meer herinneren hoe zij heeft geslagen en zij kan zich ook niet herinneren dat zij het slachtoffer eerst van zijn fiets heeft geduwd. Volgens het slachtoffer is hij door beiden, dus zowel door de verdachte als de medeverdachte, geslagen en geschopt en hebben ook nog twee andere mannen hem geslagen. Een getuige heeft die dag vier personen boven één persoon die op de grond lag zien hangen. Zij waren de persoon op de grond aan het trappen. De rechtbank acht gelet op deze informatie de openlijke geweldpleging wettig en overtuigend bewezen.
De verdachte heeft samen met een medeverdachte, inmiddels haar echtgenoot, het recht in eigen handen genomen door het slachtoffer van zijn fiets te duwen en vervolgens meermaals te slaan en te schoppen. Dit is een geplande bestraffing geweest, waarbij de verdachte en de medeverdachten naar het werk van het slachtoffer zijn gereden om hem op te wachten en te straffen. Zij vonden dat de politie te weinig deed aan het onderzoek naar een aangifte door de verdachte van een zedenfeit gepleegd door het slachtoffer. De rechtbank stelt dat eigenrichting niet kan worden geaccepteerd.
Al met al is de verdachte veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 90 uur. Indien de verdachte deze taakstraf niet naar behoren verricht, zal vervangende hechtenis worden toegepast voor de duur van 45 dagen.
Zelf verdacht van openlijke geweldpleging? Een ervaren strafrechtadvocaat kan u bijstaan! De strafrecht advocaat zal uw processtukken opvragen om een goed en sterk verweer te voeren. Hierdoor wordt voor u een zo laag mogelijke straf, of indien mogelijk zelfs vrijspraak, bereikt. Wanneer u het contactformulier invult neemt een ervaren strafrechtadvocaat voor openlijke geweldpleging direct gratis en vrijblijvend contact met u op! Wij werken landelijk, voor een vaste prijs en op basis van pro deo.
Meld u aan voor de nieuwsbrief