De rechtbank Amsterdam heeft op 15 oktober 2019 uitspraak gedaan in een zaak over poging tot doodslag.
De rechtbank Amsterdam heeft op 15 oktober 2019 uitspraak gedaan in een zaak over poging tot doodslag.
De verdachte in deze zaak stond terecht voor poging doodslag. De verdachte heeft het slachtoffer in het bovenlichaam gestoken met een mes. Voorafgaand aan dit incident heeft een woordenwisseling plaatsgevonden tijdens het uitlaten van de honden tussen het slachtoffer en de verdachte, waarbij de verdachte is weggelopen om zijn vader te halen. Het dossier bevat twee lezingen over wat er vervolgens precies is gebeurd, namelijk de lezing van het slachtoffer en de lezing van de verdachten. Gebleken is dat de rechtbank niet op alle punten kan vaststellen wat er precies is gebeurd, waardoor de situatie beoordeeld is vanuit wat zij op basis van het dossier als vaststaand beschouwen.
Na de woordenwisseling heeft de verdachte zijn vader gehaald, welke samen zijn teruggekomen bij het slachtoffer. Het slachtoffer haalde vervolgens uit naar de vader, als gevolg waarvan de vader en het slachtoffer beiden op de grond terechtkomen. De verdachte pakt een mes dat hij bij zich draagt en steekt het slachtoffer daarmee in zijn bovenlichaam. Het slachtoffer loopt hierdoor een steekwond in de borstholte, een klaplong en een miltbloeding op.
De rechtbank is van mening dat uit het veroorzaakte letsel blijkt dat er met forse kracht moet zijn gestoken. Er is door meerdere kledinglagen, waaronder een jas, gestoken en er is een dieper liggend orgaan als de milt geraakt. Door met deze kracht op deze plek van het lichaam in te steken met een mes bestond er een aanmerkelijke kans dat het slachtoffer zou komen te overlijden. Daarnaast kan de gedraging van de verdachte naar zijn uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zozeer op de dood van het slachtoffer gericht dat niet anders kan zijn geweest dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op dat gevolg ook bewust heeft aanvaard.
Al met al acht de rechtbank op grond van de bewijsmiddelen bewezen dat de verdachte ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk het slachtoffer van het leven te beroven, met dat opzet met een mes in de zij van het slachtoffer heeft gestoken.
Ten aanzien van de strafoplegging oordeelde de rechtbank als volgt. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan poging tot doodslag. Het slachtoffer had als gevolg van het handelen door de verdachte dood kunnen gaan. Doordat de verdachte na het incident is weggelopen en zich niet heeft bekommerd om het slachtoffer is het niet aan de verdachte te danken dat dit niet is gebeurd. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee jaar. Daarnaast moet de verdachte een schadevergoeding betalen.
Zelf verdacht van poging tot doodslag? Een ervaren strafrechtadvocaat kan u bijstaan! De strafrecht advocaat zal uw processtukken opvragen om een goed en sterk verweer te voeren. Hierdoor wordt voor u een zo laag mogelijke straf, of indien mogelijk zelfs vrijspraak, bereikt. Wanneer u het contactformulier invult neemt een ervaren strafrechtadvocaat voor poging tot doodslag direct gratis en vrijblijvend contact met u op! Wij werken landelijk, voor een vaste prijs en op basis van pro deo.
Meld u aan voor de nieuwsbrief