Uitspraak in de NAC-supporterszaak

Uitspraak in NAC-supporterszaak

Veroordeling voor openlijke geweldpleging tegen goederen en én personen. 

23 mei 2021 hebben er rellen plaatsgevonden na afloop van de voetbalwedstrijd NAC-NEC. Op maandag 11 april 2022 staan de eerste negen verdachten in deze zaak terecht bij de Meervoudige Strafkamer van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda. Op één verdachte na worden alle verdachten bijgestaan door een strafrechtadvocaat. Een gespecialiseerde strafrechtadvocaat van ons kantoor was ook aanwezig in de rechtbank en stond een van de verdachten bij, het betreft een 19-jarige jongen.

 

Het oordeel van de rechtbank / het juridisch kader

“Het beoordelingskader voor openlijke geweldpleging
De voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking geldt ook indien het medeplegen een bestanddeel vormt van de delictsomschrijving, zoals in artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) het geval is met ‘in vereniging”. Er zal dus moeten worden nagegaan of sprake is van nauwe en bewuste samenwerking ten aanzien van het openlijk geweld. Daarbij kan van belang zijn dat openlijke geweldpleging in vereniging, gelet op de aard van het delict, zich in verschillende vormen kan voordoen. Er kan sprake zijn van evident nauw en bewust samenwerken, maar deze strafbaarstelling is ook toepasselijk op openlijk geweld dat bestaat uit een meer diffuus sarnenstel van uiteenlopende tegen personen of goederen gerichte geweldshandelingen dat plaatsvindt binnen een ongestructureerd, mogelijk spontaan, samenwerkingsverband met een eigen - soms moeilijk doorzichtige - dynamiek. De voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking kan dus bij dit delict verschillende verschijningsvormen hebben. Een bijdrage van voldoende gewicht kan onder omstandigheden ook geheel of ten dele bestaan uit het verrichten van op zichzelf niet-gewelddadige handelingen. (Zie ECLI:NL:HR:201 6:1320)


Van het “in vereniging plegen van geweld is sprake indien de verdachte een voldoende significante of wezenlijke bijdrage levert aan het geweld, waarbij deze bijdrage zelf niet gewelddadig hoeft te zijn. De enkele omstandigheid dat iemand aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt, is niet zonder meer voldoende om hem te kunnen aanmerken als iemand die “in vereniging” geweld pleegt. De rechter moet beoordelen of de door de verdachte geleverde bijdrage aan het delict van voldoende gewicht is. (Zie ECLI:NL:HR:2017: 1093)”

 

De bewezenverklaring

De rechtbank dient in haar uitspraak te kijken of de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden. Het oordeel van de rechtbank:

“De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 23 mei 2021 te Breda, openlijk, op of aan de openbare weg, de Lunetstraat en de Rat Verleghstraat, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen personen en goederen.”

“23 mei 2021, precies een jaar geleden. Wat een mooie dag had moeten worden voor de fans
van NAC Breda, eindigde met een grote teleurstelling. Want NAC verloor de wedstrijd om
promotie naar de eredivisie. Maar voor politiemensen, die op 23 mei 2021 gewoon hun werk
- deden, eindigde die dag in een regelrechte nachtmerrie, omdat er na de wedstrijd in de
directe omgeving van het stadion ernstige rellen losbarstten. Een grote groep relschoppers
richtte vernielingen aan en keerde zich tegen de aanwezige politie. Daarbij is flinke schade toegebracht aan het stadion, aan het wegdek en straatmeubilair en aan meerdere politievoertuigen. NAC, de gemeente Breda en de Politie hebben vorderingen tot schadevergoeding ingediend voor een totaalbedrag van bijna € 60.000,-.


Nog kwalijker was het geweld dat de politiemensen te verduren kregen. Een politiebus werd bestormd door een groep relschoppers en bekogeld met onder meer dranghekken, bierkratjes, flessen drank en vuurwerk. Toen er een brandende fakkel tussen de motorkap en het traliewerk werd gestoken, waren de agenten in de bus bang dat ze levend zouden verbranden. Zij zaten als ratten in de val, want uit de bus gaan was ook geen optie, omdat daar een uitzinnige menigte stond “met maar één doel: ons letsel toebrengen”, zoals één van de inzittenden het beschrijft. ME’ers op parkeerplaats P5 werden bekogeld met flessen drank, fietsen, dranghekken en zwaar vuurwerk. Verschillende ME’ers beschrijven P5 als een oorlogsgebied. Een groep relschoppers bleef vervolgens op de Lunetstraat meermalen de confrontatie met de ME aangaan. Daarbij werden stoeptegels en straatstenen uit het wegdek losgetrokken en naar ME’ers gegooid. Ook werden op een kruispunt vernielingen gepleegd aan onder meer de verkeerslichten en werden ME-voertuigen met stenen bekogeld. Verderop op de Lunetstraat varen medewerkers van de brandweer bezig met de reanimatie van een man die onwel was geworden. Zelfs daar werd door relschoppers geweld gebruikt tegen de aanwezige politiemensen die probeerden om de reanimatie veilig te laten plaatsvinden. Zij kregen stukken steen naar het hoofd geslingerd en werden geslagen en geschopt.”

 

Met betrekking tot onze cliënt oordeelde de rechtbank als volgt:

“Verdachte heeft zijn aandeel in het openlijk geweld direct bij de politie bekend en heeft op zitting spijt betuigd richting de slachtoffers. Deze spijtbetuiging komt bij de rechtbank oprecht over. Verdachte heeft een nagenoeg blanco strafblad en is niet eerder veroordeeld voor geweldsdelicten.”

“Strafoplegging:
- veroordeelt verdachte tot een werkstraf van 100 uren;
- beveelt dat indien verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast van 50 dagen.”

Tegen dit vonnis is geen hoger beroep ingesteld door de verdachte die werd bijgestaan door een strafrechtadvocaat van ons kantoor.