Doodschieten vriend leidt tot vijf maanden gevangenisstraf voor verboden wapenbezit

Doodschieten vriend leidt tot vijf maanden gevangenisstraf voor verboden wapenbezit

De rechtbank Midden-Nederland heeft op 11 juli 2019 uitspraak gedaan in een zaak over verboden wapenbezit.

Doodschieten vriend leidt tot vijf maanden gevangenisstraf voor verboden wapenbezit

De verdachte in deze zaak stond primair terecht voor het opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade van het leven beroven van het slachtoffer. Subsidiair stond de verdachte terecht voor roekeloos handelingen verrichten met een vuurwapen waardoor het aan de verdachte zijn schuld te wijten is dat het slachtoffer is overleden. Eveneens stond de verdachte terecht voor verboden wapenbezit. Op de desbetreffende dag vond er een schietincident plaats in een woning. Het slachtoffer is de volgende ochtend in het ziekenhuis, als gevolg van het schietincident, overleden.

 

Pleidooi strafrechtadvocaat

De strafrechtadvocaat heeft allereerst gesteld dat uit de dossierstukken niet blijkt dat de verdachte het slachtoffer opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd. Er was volgens de raadsman immers sprake van een ongeluk waarbij het wapen ongewild is afgegaan. Daarnaast heeft de strafrecht advocaat aangevoerd dat uit het onderzoek naar het vuurwapen is gebleken dat het wapen een groot mankement vertoonde en kon afgaan zonder dat de trekker werd overgehaald. Hierdoor kan niet worden bewezen dat de verdachte roekeloos heeft gehandeld. Als gevolg hiervan dient de verdachte voor deze feiten te worden vrijgesproken naar het oordeel van de strafrechtadvocaat.

 

Oordeel rechtbank Midden-Nederland

De verdachte heeft verklaard dat het een ongeluk was, dat hij het pistool in zijn handen had en dat het was afgegaan. De rechtbank oordeelt dat de verklaring van de verdachte over de handelingen met het vuurwapen bevestiging vindt in objectieve onderzoeksresultaten. Tevens wordt het niet weersproken door andere bewijsmiddelen. Het vuurwapen kon makkelijk repeterend afgaan zonder dat de trekker werd overgehaald. De verdachte is veelvuldig, intensief en uitgebreid over het incident verhoord, waarbij hij gelijkluidend en consequent heeft verklaard. De verdachte heeft telkens gezegd dat hij de trekker niet heeft overgehaald. Daarnaast is de verklaring in overeenstemming met de getuigenverklaring, het jongere broertje van de verdachte. Deze getuige heeft namelijk verklaard dat hij geluiden hoorde die hij later heeft kunnen duiden als het doorladen van een pistool en dat hij de verdachte en het slachtoffer heeft horen lachten tijdens die geluiden.

Al met al volgt de rechtbank de verklaring van de verdachte met betrekking tot de wijze waarop het vuurwapen is afgegaan. De rechtbank spreekt de verdachte dan ook vrij van het primair ten laste gelegde, namelijk moord dan wel doodslag. Ook komt de rechtbank niet tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de dood van het slachtoffer aan de schuld van de verdachte te wijten is. Ook hier wordt de verdachte van vrijgesproken. Wel acht de rechtbank het verboden wapenbezit wettig en overtuigend bewezen. Hiertoe is aan de verdachte een gevangenisstraf opgelegd voor de duur van vijf maanden.

 

Strafrechtadvocaat verboden wapenbezit

Zelf verdacht van verboden wapenbezit? Een ervaren strafrechtadvocaat kan u bijstaan! De verdachte in deze zaak stond naast het verboden wapenbezit onder andere terecht voor moord, dan wel doodslag. Mede dankzij het pleidooi van de strafrechtadvocaat is de verdachte enkel veroordeeld voor verboden wapenbezit. Wanneer u het contactformulier invult neemt een ervaren strafrechtadvocaat voor verboden wapenbezit direct gratis en vrijblijvend contact met u op! Wij werken landelijk, voor een vaste prijs en op basis van pro deo.