De rechtbank Rotterdam heeft op 7 december uitspraak gedaan in een zaak waarin een babylijkje is gevonden op het balkon van de verdachte.
De rechtbank Rotterdam heeft op 7 december uitspraak gedaan in een zaak waarin een babylijkje is gevonden op het balkon van de verdachte.
De verdachte werd verdacht van kindermoord/doodslag op een kindje dat dood op haar balkon is aangetroffen. Daarnaast is aan de verdachte tenlastegelegd dat zij de baby in hulpeloze toestand heeft gebracht en gelaten, waardoor het kindje is overleden.
De verdachte woont samen met haar broer en moeder in een portiekwoning. Op de desbetreffende dag was de moeder van de verdachte bezig op het balkon, toen zij een vuilniszak op het balkon zag liggen. Zij besloot er op dat moment geen aandacht aan te besteden, omdat zij dacht dat er vuil of aarde inzat. Ze besloot het later op te ruimen. De vrouw was vanwege de kou al maanden niet op het balkon geweest. Toen de vrouw vervolgens op het balkon aan het schoonmaken was, heeft zij de vuilniszak geopend en zag zij daarin een dode baby liggen. De moeder van de verdachte heeft meteen haar zoon erbij geroepen, waarna de politie is ingeschakeld. De verdachte was op dit moment bij haar vriend, die was niet thuis. Zowel de moeder, de broer als de verdachte waren erg geschrokken van het voorval en konden zich niet voorstellen hoe het kindje op het balkon terechtgekomen was. Het was hen niet opgevallen dat er iemand zwanger zou zijn geweest, eveneens ontkent de verdachte alle betrokkenheid.
Na DNA-onderzoek is gebleken dat de verdachte de moeder van het dode kindje moest zijn. Zij is dan ook gearresteerd en heeft alsnog bekend de moeder van de aangetroffen dode baby te zijn.
Om te kunnen spreken van kindermoord, doodslag of het in hulpeloze toestand brengen en achterlaten van de baby is vereist dat de baby na de geboorte geleefd heeft. Uit onderzoek is gebleken dat het een in wezen een levensvatbare baby van 36/37 weken betrof. Er waren kenmerken van een levend geboren baby, er was immers sprake van lucht- of gasophoping in de longen. Tijdens het onderzoek waren echter al grote veranderingen in het lijkje opgetreden. Hierdoor kon niet meer worden vastgesteld of de lucht- of gasophoping in de longen het gevolg is geweest van luchtinademing door een levende baby, of het gevolg is geweest van gasophoping door ontbinding van het babylijkje. Ofwel, het was niet meer na te gaan of sprake is geweest van een levend geboren kindje. Er kon immers niet worden vastgesteld of de baby al in de baarmoeder was overleden.
De strafrecht advocaat van de verdachte heeft verklaard dat het tenlastegelegde niet bewezen kan worden. De verdachte heeft over het voorval verklaard dat zij in de nacht het kindje heeft gebaard, in de woonkamer, zonder dat haar moeder of broer daarvan iets gemerkt hebben. De verdachte heeft steeds aangegeven dat het kindje dood was geboren. Zij stelt immers dat het kindje niet bewoog, niet ademde en niet huilde. De verdachte heeft aangegeven dat ook haar poging om de baby te reanimeren was mislukt, als gevolg waarvan zij de baby in een vuilniszak heeft gedaan en op het balkon heeft gezet. De rechtbank oordeelt dat niet kan worden uitgesloten dat de baby dood is geboren, waardoor er niet tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde kan worden gekomen. De rechtbank sluit zich dan ook aan bij het oordeel van de strafrechtadvocaat, dat de verdachte van de tenlastegelegde feiten moet worden vrijgesproken.
De rechtbank heeft zich vervolgens de vraag gesteld of de verdachte met haar handelen het oogmerk heeft gehad om het feit, of de oorzaak van het overlijden, of het ter dood ter wereld komen van haar baby te verbergen. De rechtbank oordeelt dat vast is komen te staan dat de verdachte het babylijkje in een vuilniszak op het balkon heeft gezet. De rechtbank stelt hiertoe dat de verdachte de bedoeling heeft gehad het lijkje te verbergen, omdat zij wist dat haar moeder en broer al maanden niet op het balkon waren geweest en omdat zij wist dat anderen evenmin zomaar toegang tot het balkon hadden. Ook nadat enige tijd was verstreken heeft de verdachte niemand van het gebeuren op de hoogte gesteld, zelfs niet toen het lijkje werd gevonden door haar moeder. De rechtbank veroordeelt de verdachte hiertoe onder andere tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk.
Bent u zelf verdachte van doodslag, dan wel (kinder)moord? Een ervaren strafrecht advocaat kan u bijstaan! De advocaat zal uw processtukken opvragen om een goed en sterk verweer te kunnen voeren. Op deze manier zal voor u een zo laag mogelijke straf, of indien mogelijk zelfs vrijspraak, worden bereikt. Wanneer u het contactformulier invult neemt een ervaren strafrechtadvocaat voor doodslag direct gratis en vrijblijvend contact met u op! Wij werken landelijk, voor een vaste prijs en op basis van pro deo.
Meld u aan voor de nieuwsbrief