De rechtbank Amsterdam heeft op 22 augustus 2019 uitspraak gedaan in een zaak over oplichting.
De rechtbank Amsterdam heeft op 22 augustus 2019 uitspraak gedaan in een zaak over oplichting.
De verdachte in deze zaak stond terecht voor oplichting. Hij werd ervan verdacht zich samen met anderen schuldig te hebben gemaakt aan (poging) oplichting van het Holland Casino, door Punto Banco te spelen, medewerkers van het casino af te leiden, de inzet af te stemmen en nadat de kaarten in het spel waren uitgedeeld een kaart te verwisselen die voor het uitdelen al bij de verdachte of medeverdachten in bezit was. Hierdoor zouden op ongeoorloofde wijze winnende kaartcombinaties zijn verkregen.
De strafrechtadvocaat heeft bepleit dat de verdachte moet worden vrijgesproken van oplichting. Het inwisselen van een kaart kan slechts als oplichtingshandeling worden aangemerkt, terwijl daarvan niet is gebleken. Daarnaast stelt de strafrechtadvocaat dat wordt gesproken over het verkrijgen van een winnende kaartcombinatie, terwijl de verdachte juist telkens verloor. Van enige winnende dan welke verliezende kaartcombinatie is niet gebleken, laat staan tot welke winstuitkering die combinatie zou hebben geleid. Verder is niet gebleken van enige betrokkenheid van de verdachte.
De verdachte en drie medeverdachten hebben verschillende keren in het Holland Casino het spel Punto Banco gespeeld. Bij dit spel wint of Punto of Banco en kunnen spelers inzetten op Punto of Banco. Op camerabeelden is te zien dat twee medeverdachten telkens laag inzetten op Punto, waarna verdachte en een andere medeverdachte hoog inzetten op Banco. Daarnaast is op camerabeelden te zien dat de medeverdachte een kaart verwisselt, waardoor de medeverdachten die laag hebben ingezet verliezen en de verdachte en medeverdachte die hoog hebben ingezet de winst opstrijken. Daarnaast is een extra speelkaart onder de hand van een medeverdachte aangetroffen.
De rechtbank stelt dat als oplichtingsmiddel niet het bezit van een extra kaart ten laste is gelegd, maar het vervangen of verwisselen daarvan. Op basis van het dossier kan de rechtbank niet vaststellen dat de verdachte en medeverdachten op enig moment een of meerdere kaarten hebben verwisseld. Op camerabeelden is te zien dat de medeverdachte een opvallende handeling verricht tijdens het spel, maar het daadwerkelijk wisselen van een kaart is daarop niet te zien. De andere in de tenlastelegging opgenomen handelingen zijn geen oplichtingshandelingen, waardoor de verdachte is vrijgesproken van (poging) oplichting.
Zelf verdacht van oplichting? Een ervaren strafrechtadvocaat kan u bijstaan! De strafrecht advocaat zal uw processtukken opvragen waardoor een goed en sterk verweer kan worden gevoerd. Hierdoor wordt voor u een zo laag mogelijke straf, of indien mogelijk zelfs vrijspraak net als in deze zaak, bereikt. Wanneer u het contactformulier invult neemt een ervaren strafrechtadvocaat voor oplichting direct gratis en vrijblijvend contact met u op! Wij werken landelijk, voor een vaste prijs en op basis van pro deo.
Meld u aan voor de nieuwsbrief