De rechtbank Den Haag heeft op 13 november 2018 uitspraak gedaan in een zaak over poging tot doodslag.
De rechtbank Den Haag heeft op 13 november 2018 uitspraak gedaan in een zaak over poging tot doodslag.
De verdachte in deze zaak stond terecht voor poging tot doodslag. Uit de bewijsmiddelen is het navolgende vast komen te staan. De verdachte heeft 2 slachtoffers met een metalen tafelpoot tegen het hoofd geslagen. Hierdoor is er bij één slachtoffer een 15 centimeter lange, diepe snee in het gezicht veroorzaakt, die is gehecht met 7 hechtingen. Ook is haar jukbeen gebroken, waaraan zij is geopereerd. Ook het andere slachtoffer heeft door de klap met de tafelpoot een wond in het gezicht opgelopen die is gehecht. De rechtbank Den Haag stelde zich vervolgens de vraag hoe dit geweld moet worden gekwalificeerd.
De verdachte heeft beide slachtoffers met een metalen tafelpoot tegen het hoofd geslagen. Uit het opgelopen letsel kan worden afgeleid dat de verdachte met enige kracht heeft geslagen. Hij heeft het ene slachtoffer geraakt op haar jukbeen en het andere slachtoffer vlak boven zijn wenkbrauw. De rechtbank kan daaruit niet zonder meer afleiden dat er een aanmerkelijke kans bestond dat door de slag met de tafelpoot dodelijk letsel zou optreden. De slachtoffers zijn met enige kracht geslagen, maar niet op de meest kwetsbare gedeeltes van het hoofd en de tafelpoot had een relatief gering gewicht. De rechtbank stelt wel vast dat er een aanmerkelijke kans bestond dat de slachtoffers door de klap zwaar lichamelijk letsel zouden oplopen. Een krachtige slag met een tafelpoot kan immers al gauw leiden tot zwaar lichamelijk letsel, ook de verdachte moet zich daarvan bewust zijn geweest. De verdachte heeft door de slachtoffers te slaan de kans op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel bewust aanvaard. Een van de slachtoffers heeft ook daadwerkelijk zwaar lichamelijk letsel opgelopen, het letsel was bij haar immers dermate ernstig dat er een operatie moest plaatsvinden. Ook is het nog de vraag in hoeverre en op welke termijn het litteken van 15 centimeter in het gezicht zal vervagen. Bij het andere slachtoffer is volgens de rechtbank geen sprake van zwaar lichamelijk letsel.
Al met al acht de rechtbank Den Haag poging tot doodslag niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte heeft zich volgens de rechtbank immers schuldig gemaakt aan poging tot zware mishandeling ten aanzien van het ene slachtoffer en zware mishandeling ten aanzien van het andere slachtoffer. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
De verdachte is in deze zaak vrijgesproken van poging tot doodslag en veroordeeld tot (poging tot) zware mishandeling. Zelf verdacht van poging tot doodslag? Een ervaren strafrechtadvocaat kan u bijstaan! Er staan zware straffen op poging tot doodslag, waardoor het niet onverstandig is om bijstand in te schakelen van een strafrecht advocaat. Wanneer u het contactformulier invult neemt een ervaren strafrechtadvocaat voor poging tot doodslag direct gratis en vrijblijvend contact met u op! Wij werken landelijk, voor een vaste prijs en op basis van pro deo.
Meld u aan voor de nieuwsbrief