Vrijspraak voor valsheid in geschrift

Vrijspraak voor valsheid in geschrift

Politierechter spreekt de verdachte vrij en volgt daarmee het pleidooi van de advocaat.

Op donderdag 15 augustus jl. moest een cliënt van ons kantoor voorkomen bij de Politierechter. De verdenking: valsheid in geschrift. In de desbetreffende kwestie ging het om het voorhanden hebben van een vals rijbewijs.

 

De verdenking, de tenlastelegging

Client werd door de officier van justitie het volgende tenlastegelegd:

“hij op omstreeks [datum] te [plaats, gemeente], in elk geval in Nederland opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals en/of vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een Oekraïens rijbewijs voorzien van het documentnummer [nummer] als ware het echt en onvervalst, door voornoemd rijbewijs af te geven ter identificatie bij een controle door de Politie.”

Cliënt is op een avond staande gehouden door de politie ter zake een willekeurige verkeerscontrole. Aan de politie werd een rijbewijs, een identiteitsbewijs en de autopapieren overhandigd. De politie herkende het rijbewijs als een ‘vals rijbewijs’ en heeft onze cliënt meegenomen naar het politiebureau voor het afleggen van een verklaring .

 

De verklaring bij de politie

Cliënt heeft een verklaring afgelegd ten overstaan van de politie, het zogenoemde politieverhoor. In dit verhoor heeft hij aangegeven hoe hij aan het rijbewijs was gekomen: via een officiële site van de overheid was hij doorverwezen naar een website die verlengingen van buitenlandse rijbewijzen regelde. Hij heeft een marktconform bedrag hiervoor betaald én is afgereisd naar Polen om daar het rijbewijs op te halen.

 

Eis van de officier van justitie ter zitting

De officier van justitie vond dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs in het dossier aanwezig was om tot een veroordeling te komen. Het voorhanden hebben van een vals rijbewijs wordt volgens de richtlijnen van het Openbaar Ministerie bestraft met een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden. De eis van de officier van justitie op zitting was als volgt: twee maanden gevangenisstraf waarvan één maand gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.

Pleidooi van de strafrechtadvocaat

Cliënt werd ter zitting bijgestaan door een gespecialiseerde strafrechtadvocaat van ons kantoor. Voor het delict waarvan hij werd verdacht is opzet vereist, een juridisch vraagstuk. De strafrechtadvocaat heeft uitvoerig bepleit waarom er in deze zaak geen sprake was van opzet én als er geen sprake is van opzet dan kunnen niet alle bestanddelen bewezen worden. Als niet alle bestanddelen bewezen kunnen worden dan dient er een vrijspraak te volgen. De strafrechtadvocaat heeft dan ook ter zitting uitdrukkelijk een vrijspraak bepleit.

 

Uitspraak van de Politierechter ter zitting

Omdat het een zaak bij de politierechter betrof werd er ook direct uitspraak gedaan. De politierechter heeft het pleidooi van de strafrechtadvocaat gevolgd en heeft ter zitting onze cliënt vrijgesproken. De politierechter zei – evenals als de strafrechtadvocaat – dat er onvoldoende in het dossier aanwezig was om het ‘opzet’ te bewijzen waardoor hij moest vrijspreken omdat het feit niet bewezen kan worden.

De officier van justitie heeft op zitting aangegeven afstand te doen van het recht om in hoger beroep te gaan waardoor de zaak onherroepelijk is geworden.